RSS Sitemap Afdrukken

Nieuwsbericht

26-02-2010

Welvaart stijgt in Westhoek

Regio maakt stilaan economische inhaalbeweging

De Westhoek is economisch aan een inhaaloperatie bezig tegenover de rest van het land. Dat blijkt uit de welvaartindex van de voorbije 15 jaar. Het gemiddeld inkomen in de regio ligt nog altijd onder het nationaal gemiddelde, maar de kloof is met een derde verkleind. "De industriële investeringen hebben geloond en mogen nu dus niet stilvallen", klinkt het aan ondernemerszijde.

 

Dieter Dujardin

 

De welvaartindex meet het gemiddeld inkomen in alle Belgische gemeenten tegenover het nationaal gemiddelde, dat op 100 wordt gezet. Vlaanderen zit sinds vele jaren boven het gemiddelde, maar sommige regio's scoren traditioneel zwakker.

 

In onze provincie is de Westhoek sinds jaar en dag achtergesteld gebied, maar de regio haalt zijn schade in, zo blijkt. De index van het arrondissement Ieper steeg tussen 1994 en 2008 van 84 naar 91, het arrondissement Diksmuide klimt van 81 naar 89 en dat van Veurne stijgt zelfs tot 107, al worden die cijfers scheefgetrokken door Koksijde, waar het voordelige belastingregime grootverdieners uit het hele land heeft aangetrokken. Vlaams parlementslid Jan Durnez, die de toestand al jaren op de voet volgt namens het Streekplatform Westhoek, reageert voorzichtig positief.

 

Innovatie

 

"Het Belgisch gemiddelde is misschien geen exacte waardemeter meer omdat de dalende welvaartsgraad in Brussel de cijfers zwaar naar beneden trekt, maar tegenover Vlaanderen heeft de Westhoek de voorbije vijftien jaar toch duidelijk een kwart van zijn achterstand ingehaald en dat is echt niet niks. Dit komt enerzijds doordat er heel wat kleine landbouwbedrijfjes met erg lage opbrengsten gestopt zijn en anderzijds doordat de Westhoek vanaf 2000 sterk is beginnen te investeren in nieuwe industriezones, opleidingscentra en innovatie. Dat heeft topbedrijven aangetrokken die zorgen voor hoogwaardige jobs in eigen streek. De vooruitgang is algemeen voelbaar. De levensstandaard is verbeterd, de woonkwaliteit stijgt, het toerisme floreert en zet eveneens veel mensen aan het werk. Dit is dus hoopgevend, maar we zijn er nog lang niet. De kloof met Vlaanderen blijft en we zitten met een aantal niet te negeren problemen."

 

Industriegrond

 

Durnez wijst onder meer op de zogenaamde braindrain, het fenomeen waarbij hoogopgeleide jongeren na hun studies niet meer terugkeren naar de streek, waardoor er in eigen regio vooral laaggeschoolden overblijven.

"De aantrekkingskracht van steden als Gent is erg nadelig voor de toekomst van de Westhoek. Een uitgebreid onderwijsaanbod in eigen provincie is een middel om dat tegen te gaan en ook het verder blijven aantrekken van hoogwaardige bedrijven. Op dat vlak zitten we er niet slecht voor. Ieper en Poperinge krijgen er op termijn industriegrond bij, de uitbreiding in Diksmuide is momenteel bezig. Ook een blijvend investeren in de innovatie van de landbouw is belangrijk, gezien dit toch nog altijd een groene regio is."

 

Ter vergelijking een paar cijfergegevens: een gemiddelde inwoner van het arrondissement Kortrijk verdiende in 1994 8.600 euro en in 2008 14.700 euro. In het arrondissement Ieper ging het gemiddelde van 7.300 naar 13.700. Binnen de regio blijven Mesen, Lo-Reninge en Vleteren de zwakke broertjes. Ieper, Veurne, Koekelare, Zonnebeke en Poperinge en Wervik stijgen sterk.

De kustgemeenten Koksijde, De Panne en Nieuwpoort naderen dan weer het Belgisch gemiddelde.

 

© 2010 Het Laatste Nieuws

Jan Durnez