RSS Sitemap Afdrukken

Nieuwsbericht

04-10-2010

Gemeenten behandelen bouwaanvragen tijdig

Gewone bouwaanvragen worden behandeld door de gemeentebesturen. Met de invoering van de codex ruimtelijke ordening werden de beslissingstermijnen waaraan zij gebonden waren, vervangen door vervaltermijnen. Ondanks de hogere tijdsdruk die hiermee gepaard gaat, blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Jan Durnez ontving van minister Muyters, dat zowel grote als kleine gemeenten bouwaanvragen uitstekend beheren. Geweigerde aanvragen als gevolg van niet-tijdige behandeling, maken amper 3% uit van de beroepsprocedures bij de provinciale overheid. Voor Jan Durnez hét bewijs dat decentralisatie werkt.

Sinds het in werking treden van de codex ruimtelijke ordening op 1 september 2009,  wordt een vergunningsaanvraag geacht te zijn geweigerd, indien het college van burgemeester en schepenen niet beslist over het afleveren ervan binnen de 75 dagen (in een ontvoogde gemeente, als er geen openbaar onderzoek nodig is) of 105 dagen (in alle andere gevallen). Tegen deze stilzwijgende weigering kan beroep aangetekend worden bij de deputatie van de respectievelijke provincie.

 

Vlaams Volksvertegenwoordiger Jan Durnez vernam van Minister Muyters dat de 308 Vlaamse gemeenten sinds 1 september 2009 slechts 128 bouwvergunningsaanvragen niet binnen de wettelijke termijn afhandelden en dus stilzwijgend weigerden.

 

Deze 128 dossiers betekenen amper 3% van de 4013 bouwberoepen, ingediend bij de deputaties van de 5 provincies. Er is geen significant verschil vastgesteld tussen kleine gemeenten en grote steden. Ook tussen de provincies werd er geen significant verschil vastgesteld.

Drie van de vier gemeenten slagen erin niet één dossier buiten de bindende termijn te beslissen.

 

De minister concludeerde terecht dat het aantal stilzwijgende weigeringen zeer laag is en dankt de gemeenten daarvoor uitdrukkelijk.

 

Jan Durnez: “Uit de cijfers blijkt duidelijk dat kleine gemeenten, met heel wat minder middelen, toch beschikken over de inzet en bestuurskracht om deze essentiële dienstverlening te verlenen. Decentralisatie kan dus!”

Jan Durnez